Franciscus van Assisi op de hoed van een Geringde Vlekplaat
Jul 15th, 2008 by Frans Olofsen
De Latijnse namen van levende wezens vormen vaak onweerstaanbare, poëtische klanken. Wat dacht je van deze: Panaeolus semiovatus? Op de foto boven staat deze paddestoel geportretteerd. De Nederlandse naam is trouwens ook niet mis: de Geringde Vlekplaat.
De meeste paddestoelen (vruchtlichamen van schimmels) groeien in het najaar, en fungeren dan als de Grote Afbrekers. Maar de Vlekplaat is al in het voorjaar te zien. Dat komt omdat mest (van koeien en paarden) zijn voedsel is. Op deze foto (van 15 juli 2008) groeit hij op een koeienvlaai in de Amsterdamse Waterleidingduinen. Prachtig: groeien op wat wij links laten liggen! Eén jaar een staking van de verzamelde schimmels en bacteriën en we hebben een groot afvalprobleem – alles wat afsterft wordt niet meer verteerd. De aarde zou één groot Madame Tussaud worden. Maar ondanks zijn grootse vermogens, is er met zoiets als een Vlekplaat weinig eer te behalen. Met een zeehond of pandabeer kun je aankomen, maar met een Panaeolus? Nee, die leeft aan de rand van de menselijke cultuur. Toch zou je het eens moeten doen, door en op de knieën gaan voor een koeienvlaai, je neus naar beneden steken en een foto maken. En dan, als je thuis die foto terugziet, kan het zomaar gebeuren, zoals mij is overkomen, dat je door de tijd springt, naar Italië. Het jaar 1223. Franciscus van Assisi, die ook aan de rand van de cultuur leefde, is in Bologna, de oudste universiteitsstad ter wereld, in die tijd toonbeeld van de wereldlijke cultuur. Daar preekte hij, als bedelmonnik, tegen de hoogmoed van de intellectuele kennis, tegen rijkdom en voor de eenvoud. Franciscus was een echte middeleeuwer die voor ons – autonome, vrije, causaal-analytisch denkende mensen – moeilijk te begrijpen is. Probeer je maar eens voor te stellen: hij ervaarde dat zijn gedachten niet uit hemzélf voortkwamen, maar van ‘boven’, door God gestuurd. En de zon, de maan, de sterren, de wind, de wolken, het water, het vuur, de aarde en de bloemen begroette hij, als zijn broeders en zusters. Voor hem was de wereld een verhaal, een vertelling.
Toegegeven, het is een wonderlijke sprong, bijna acht eeuwen terug in de tijd, van de Panaeolus semiovatus naar Franciscus. Maar toen ik de paddestoel op mijn computerscherm zag, meende ik bovenop de hoed, naast kabouter Spillebeen (die niet alleen van vliegenzwammen houdt), een piepklein mannetje te zien zitten in een ruwharige, bruine pij. Hij zwaaide en deed de groeten!