Cellen … organen!
Dec 17th, 2010 by Frans Olofsen
Het is doodstil op de bovenste verdieping van museum Naturalis in Leiden. Tegenover een projectiescherm zak ik onderuit in een ouderwetse rieten strandstoel, en negeer het drukknopje van de film over ‘kust en zee’. Even geen bordjes met informatie, even geen computers met touchscreens.
Naturalis afficheert zich als dé landelijke specialist op het gebied van biodiversiteit: ‘Een plek waar jong en oud zich verwondert over het leven op aarde, de natuurlijke diversiteit en de processen die daar achter schuilgaan.’ De collectie van het museum is groot, groots, fabuleus. Maar al die verdiepingen met opgezette en in sterk water gedrenkte dieren geven me ook een gevoel van ontmoediging. Het is gewoonweg teveel, zeker als je bedenkt dat van de collectie maar een fractie is te zien. En als je vervolgens beseft dat Naturalis maar een flinter herbergt van de miljoenen soorten die op aarde leven en dat wat nu leeft een fractie is van wat ooit op aarde geleefd heeft … biodiversiteit is een overrompelend, bijna intimiderend begrip. Je voelt je een nietig pluisje, een onbetekenende vertegenwoordiger van de soort Homo sapiens. Misschien is het daarom dat ik wat aangeslagen in die strandstoel zit en het knopje tóch maar indruk, zonder de koptelefoon op te zetten. De film start direct. Inderdaad: kust en zee.
Na soezerige minuten druk ik me omhoog uit het krakende riet. Ik drentel wat rond op de afdeling en kom oog in oog te staan met een opgezette stier … ach ja … natuurlijk … dat moet Stier Herman zijn! Geconfronteerd met dit unieke wezen smelt mijn duffe gevoel direct weg. Twintig jaar geleden alweer werd hij geboren, op 16 december 1990. Nee, dit dier vergeet je nooit, het heeft geschiedenis geschreven. Waar de gemiddelde koe anoniem in een loopstal leeft en uiteindelijk even anoniem in een slachthuis verdwijnt, groeide Herman uit tot een mediaster. In de negentiger jaren stond hij centraal in heftige debatten over biotechnologie, genetische manipulatie in het bijzonder. Hij was het eerste transgene rund ter wereld, met in zijn DNA een stukje soortsvreemd, menselijk DNA. Daarom haalde hij de voorpagina’s van de kranten. Er is zelfs een biografie over hem geschreven.
Daar staat hij dan, Herman the bull, ‘symbool van maatschappelijk debat’, zoals Naturalis het formuleert, de kop lichtjes omhoog. Hekje er omheen, om een stal te suggereren en natuurlijk het vertrouwde, gele oormerk. De genius achter het dier, Herman de Boer (nee, de stier is niet naar hem vernoemd, maar naar een dierverzorger), sprak in grote woorden over de biotechnologie die hij ‘de minnaar van Moeder Natuur’ noemde, ‘die werkt zoals de natuur zelf.’ Herman groeide uit tot een icoon van de biotechnologie, zowel in positieve zin (wetenschappelijke vooruitgang, praktische toepassingen) als in negatieve zin (ingrijpen in de natuur, aantasting van de eigenwaarde van dieren, gebrekkige politieke besluitvorming).
Ik maak bovenstaande foto en controleer het resultaat op het schermpje van de camera. Gek. Heeft Herman een omhoog zwiepende staart? Nee … toch niet. Het blijkt te gaan om de nekwervels van een zes meter lange Plateosaurus, die achter hem staat opgesteld. Wat een heerlijk absurde plek is het hier! Een transgene stier naast een prehistorische Dinosauriër en, verderop, een mini-expositie over de uitgestorven Dodo. Het leven is een gek ding.
Ineens breekt de stilte. Een klas stormt binnen. Joelende jongens, een paar meisjes met hoofddoek. De meester van de klas komt als laatste binnen, in het gezelschap van een hoogblonde vrouw, die de rondleiding lijkt te leiden. Ze zonderen zich af van de groep en klitten samen achter de strandstoel waarin ik probeerde te herstellen van die overdosis biodiversiteit. De meester blijkt zeer geïnteresseerd in de vrouw, maar zij, aan haar lichaamstaal te beoordelen, niet in hem. Tja, ze is ingehuurd, dus moet nog even doorbijten. Gelukkig dat het bijna sluitingstijd is!
Inmiddels staan er twee baldadige jongens naast me, een lange en een dikke. Een paar tellen kijken we gedrieën naar Herman, totdat de lange een stap opzij zet, naar een beeldscherm met twee joysticks ernaast. Proefondervindelijk duwt en trekt hij aan de knoppen.
‘Wat zie je?’ vraag ik.
‘Cellen!’
‘Ja, cellen man!’ bevestigt de dikke.
‘Wat voor cellen dan?’
‘Cellen … organen!’ orakelt de lange, terwijl hij een beetje door zijn knieën zakt, alsof hij achter een flipperkast staat. ‘Dit is een game, man … je moet een cel vasthouden en er dan doorheen prikken!’
‘Gaaf!’ zegt de dikke.
Binnen de kortste keren is het hem gelukt en heeft hij, zonder het te beseffen, een zogenaamde ‘micro-injectie’ voltrokken. Met de linker joystick hield hij een nét bevruchte eicel vast. Met de rechter joystick manoeuvreerde hij een fijn glasnaaldje door de schil van de eicel en injecteerde het menselijk DNA. In 1990 gebeurde dit met meer dan duizend eicellen, gehaald uit eierstokken van geslachte koeien. Uiteindelijk resulteerde dit omvangrijke experiment in welgeteld één transgeen dier: stier Herman.
De jongens bukken en kijken onder de buik van de stier.
‘Is het een vrouwtje?’ vraagt de lange.
‘Ja … kijk maar!’ zegt de dikke, wijzend.
‘Nee, man, dat zijn z’n ballen!’
‘Z’n ballen!?’ Hij zegt het bijna gillend.
En dan floep ik het eruit: ‘Nee … kúnstballen … Herman is gecastreerd!’
De lange kijkt me met open mond aan. ‘Hij is gewát?’
‘Weet je niet wat dat betekent?’ lacht de dikke. ‘Z’n ballen zijn eraf gesneden … en nu hangen er nepballen onder!’
Het liefst zou ik meer over Herman vertellen … dat hij na het experiment afgemaakt moest worden maar, na politieke strijd, in leven mocht blijven … dat hij, als compromis, gecastreerd werd … dat zijn huid, na zijn vroegtijdige dood, geprepareerd werd …
‘Mooie ballen zijn het … meneer … voor in de kerstboom!’ zegt de dikke. Lachend rennen ze weg, in de richting van de meester die bij het trappenhuis wacht, naast de blonde vrouw die bijna naar huis mag.
Het is weer stil, daar onder het dak van Naturalis.
Ik loop terug naar de standstoel, zet de video over ‘kust en zee’ weer aan en overpeins de gebeurtenissen rondom Herman. Wat zouden de jongens thuis vertellen over Herman? En wat doet die stier eigenlijk in Naturalis? Hij is juist het tégenbeeld van biodiversiteit. Hij past in een proces waarin honderden streekrassen zijn verdwenen ten gunste van enkele wereldrassen die overal kunnen leven. Herman is een product van ons industrieel landbouw- en veeteeltsysteem. Monocultuur. Gelijkschakeling. Dát drukt Herman uit.
Het is sluitingstijd, zegt de omroepinstallatie. Voor de laatste keer loop ik langs hem heen. Nee, dit is geen stier. Dit is een vakkundig geprepareerde huid met kunstballen. Stier Herman is een mens van twintig jaar oud.
Nostalgie! Stier H. Mijn allereerste stukje voor tijdschrift Jonas ging er over. Geloof ik, het is lang geleden inderdaad. Maar Naturalis, we gaan het 27 december zelf aanschouwen, ijs en weder dienende. Saludos en Hallelujah!