Zoete bieten

Bietenbrug Halfweg/Zwanenburg

Hij is klein, en alleen geschikt voor langzaam verkeer: de nieuwe brug tussen Zwanenburg en Halfweg. De officiële opening, jongstleden 27 april, leek daarom niet meer dan een lokale gebeurtenis. Maar het verhaal achter de brug is groter.

Er waren niet veel mensen bij de plechtigheid, enkele tientallen. Aan de Zwanenburgse zijde van de Haarlemmermeerse Ringvaart speelde het dweilorkest de Zotte Zwanen vrolijke noten, wij wachtten aan de andere kant van de nog openstaande brug, in Halfweg. Een mooie naam had hij gekregen: Bietenbrug. Een knipoog naar de voormalige suikerfabriek achter ons. Eerst nog de vlootshow van Watersportvereniging de Swaenenburg, daarna daalde het wegdek naar beneden. De oevers dromden samen bij de plaquette met de erin gebeitelde naam. Toespraken, lint & schaar. Daarna slenterden we achter de Zotte Zwanen aan, naar de oude fabriek, voor de rest van het officiële programma.

Het dubbeldorp Halfweg-Zwanenburg heeft een slecht imago. De meeste mensen laten het links liggen, op weg naar Amsterdam, Haarlem of het Zandvoortse strand. Op zich is dat begrijpelijk want het is een onrustige plek, vol sluipverkeer, de vierbaanse N200, de A5, het drukbereden spoor tussen Haarlem en Amsterdam en, die vooral, de vliegtuigen van en naar Schiphol. Maar eigenlijk is het prachtig stuk Nederland, al moet je wel moeite doen om dat te kunnen zien. Als je de verborgen geschiedenis naar boven haalt en die combineert met het heden, dan kan compassie voor deze plek ontstaan en misschien wel bewondering.

Allereerst is daar het terrein van de voormalige suikerfabriek (gesloten in 1992). De twee opslagsilo’s, vijftig meter hoog, zijn een aantal jaren geleden ingenieus verbouwd tot kantoorruimtes.

Suikersilo's met kantoren, Halfweg

Het eigenlijke fabrieksgebouw straalt nuttigheid en doelmatigheid uit. Het is architectuur zonder franje die alleen zichzelf uitdrukt. Pure anti-kitsch: hier maken we suiker, en niets anders.

Voormalige suikerfabriek Halfweg

Al jaren staat het leeg en schreeuwt om zinvol hergebruik. Je ziet de toneelvoorstellingen al voor je, in die holle, huizenhoge ruimte, of de compromisloze hedendaagse kunst. Maar projectontwikkelaars hebben hun werk gedaan. Cobraspen Vastgoedontwikkeling kocht het fabrieksterrein. De plannen liegen er niet om: ‘Na New York, Londen, Parijs en Milaan krijgt ook de metropoolregio Amsterdam haar eigen designer outlet’. De ‘nieuwe shopping experience’ opent haar deuren in 2015, met een supermarkt van 4000 m², een megabioscoop, een hotel met 400 kamers, een casino, een evenementenlocatie en congresfaciliteiten. Het begeleidende filmpje op YouTube lanceert je de toekomst in. Als je niet al te precies luistert, zou je denken dat het om de trailer gaat van een nieuwe James Bondfilm of om reclame voor een landingsplaats van Ufo’s.

Maar zover is het nog niet.

Met een lange nagalm sterven de klanken van de Zotte Zwanen uit, gevolgd door de plichtmatige dankwoorden. Dan de toespraak van de burgemeester … nee … de twee burgemeesters. Buitenstaanders zien Halfweg en Zwanenburg vaak als één dorp, met de Ringvaart als verbindend element. Maar het water scheidt de twee juist. Halfweg is eeuwenoud, ligt boven zeeniveau en behoort tot de gemeente Haarlemmerliede & Spaarnwoude. Zwanenburg, 100 jaar jong, behoort tot de gemeente Haarlemmermeer die, letterlijk, is gevestigd op de bodem van het in 1852 drooggemalen Haarlemmermeer. Hoofddorp behoort ertoe, en Schiphol. Halfweg en Zwanenburg zijn in bestuurlijk opzicht gescheiden zielen, met verschillende dynamiek. Maar soms komen ze letterlijk samen, zoals met die charmante Bietenbrug.

Bieten.

Suiker.

Het lijkt of ik ze nog kan ruiken, die gekookte suikerbieten. In de trein tussen Haarlem en Amsterdam drong in het najaar, tijdens de bietencampagne, de weeïge, licht kruidige, zoetige geur vaak de treincoupé binnen. Niet echt te omschrijven, zoals alle geuren, en beladen met herinneringsbeelden: het sombere, dreigende silhouet van de fabriek, de rokende schoorsteen, de vrachtauto’s met de open laadbakken, bol van de geoogste bieten.

Ze mogen weer, de Zotte Zwanen. Saxofoons, koper, slagwerk. Je ziet ze genieten van de akoestiek. Dat moet even iets anders zijn dan de kantine van de plaatselijke voetbalvereniging. De carnavaleske klanken zorgen voor een licht absurdistische sfeer in die industriële kathedraal. Zouden ze ook mogen spelen als de designer outlet opengaat, of het casino, de megabioscoop, de jachthaven?

Een paar tellen is het doodstil in de hal en de zon schijnt mooi naar binnen … mijn onverbeterlijk romantische ziel vat vlam … Halfweg moet ooit de mooiste plek van Nederland zijn geweest, omgord door water. Eeuwenlang scheidde de dijk tussen Haarlem en Amsterdam, waar Halfweg aan ligt, het zoete Haarlemmermeer van het zoute IJ. Rondom het dorp spiegelde het water het zonlicht en de vochtige bloemkoolwolken. Schilders als Saenredam, van Goyen en Ruisdael vereeuwigden dit Hollandse landschap.

Kijk maar eens naar dit schilderij, van Jan van Goyen: Gezicht op het Haarlemmermeer, uit 1656.

Jan van Goyen: gezicht op Haarlemmermeer (1656)

Je kijkt over het Haarlemmermeer in noordelijke richting. In de verte, rechts aan de horizon, zie je de contouren van de Haarlemse Bavokerk. Om het landschap beter uit te laten komen gebruikte van Goyen een extreem verlaagde horizon, waardoor hij je uit lijkt te nodigen om in één van de bootjes te stappen.

Of kijk naar dit schilderij, van Jacob van Ruisdael: Gezicht op Haarlem met bleekvelden, uit (circa) 1670.

Ruysdaal: Gezicht op Haarlem

Hier kijk je, grofweg, in zuidelijke richting, vanaf de hoge duinen bij Bloemendaal. Op de voorgrond de bleekvelden en in de verte de contouren van Haarlem, met weer het bekende silhouet van de Bavokerk. Ook hier dat lage perspectief. Het meest ontroerende van het schilderij is nauwelijks te zien, je moet er echt naar zoeken. Aan de horizon, helemaal rechts, zie je een paar streepjes licht die, ondanks hun nietigheid, extra lijken te zijn aangezet. Ruisdael geeft een glimp aan van het achterliggende Haarlemmermeer. Kijk maar, lijkt hij te willen zeggen, achter de horizon golft het eindeloze water dat het licht in mijn schilderij extra kleur en glans geeft.

Maar water heeft een Januskop. Het geeft, maar neemt ook, zoals in 1675. In de nacht van 4 op 5 november sloeg een noordwesterstorm een gat van 140 meter in de dijk bij Halfweg. De dijk werd hersteld, maar de dreiging bleef, jarenlang. Toen in 1836 het water tot aan de lippen van Amsterdam en Leiden reikte, sloot koning Willem I een eeuwenlange discussie over inpoldering af. In 1840 startte de aanleg van de Ringdijk om het Haarlemmermeer, die negen jaar later gereed was. Het droogmalen met voor die tijd hypermoderne stoomgemalen (één daarvan is nog in Cruquius te bewonderen) duurde nog eens drie jaar. In juli 1852 lag de bodem van het meer bloot. Een radicale metamorfose van het landschap, voltrokken in nog geen twaalf jaar tijd! Eeuwenlang vrat de Waterwolf, zoals het dreigende water vaak werd genoemd, aan de zachte veenoevers, nu was hij getemd. Het streepje licht aan de horizon van Ruisdael verbleekte definitief. Nieuw land ontstond, met nieuwe mogelijkheden. En hoewel de 19-eeuwse waterbouwkundige ingenieurs geen weet hadden van de luchtvaart, waren de voorwaarden voor het ontstaan van Schiphol (1916) aanwezig: leeg land, de zee en Amsterdam dichtbij. Het landschap heeft een logisch en onverbiddelijk karma.

Net zoals dat van de Bietenbrug.

Het officiële programma is ten einde. Er is koffie, thee, taartjes, broodjes. Ja, alles is gratis, aangeboden door de Stichting Leefomgeving Schiphol. Ik kom te weten dat deze Stichting uit drie partijen bestaat, die elk 10 miljoen euro ter beschikking hebben gesteld: Schiphol, het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en de Provincie Noord-Holland. Doel: financiële hulp voor schrijnende individuele gevallen, herstel van daken die zijn beschadigd door laag overvliegende vliegtuigen en ‘gebiedsgerichte’ maatregelen. Wat het laatste betreft ontvangt Zwanenburg 8,2 miljoen euro voor een nieuw dorpsplein en een dorpshuis met sporthal. Meer is er uit het vat van belangentegenstellingen niet te halen.

De fabriek loopt leeg. We wandelen nog wat, de Bietenbrug en Ringvaart over, Zwanenburg in. In de drukke zaterdagse winkelstraat lopen we tegen een reclamebord aan. Twee poldervogels die in één richting vliegen.

Billboard: Onze poldervogels

Ineens begrijp ik de stemming in de suikerfabriek beter. Geen wanklank of protest, maar ook niet echte vrolijkheid of uitbundigheid, ondanks de inzet van de Zotte Zwanen. Gewapende vrede? Eerder lijkt het een moegestreden strijd waarin alle partijen uiteindelijk een balans hebben gevonden tussen baten en lasten. Een typisch resultaat van het poldermodel.

We zijn rond. Op de Bietenbrug stoppen we nog even. Nee, dit is geen kleine brug. Hij vat een lange geschiedenis samen en reikt naar de toekomst. Er hangen beelden aan vast: het Hollands licht van Ruisdael, pompende stoomgemalen, drooggevallen land, modderige suikerbieten, Schiphol en een ‘nieuwe shopping experience’ …

N.B. Voor wie zich zorgen maakt over het industrieel erfgoed: lees onderstaande reactie van een medewerker van projectontwikkelaar Cobraspen.

6 gedachtes over “Zoete bieten

  1. Joke

    Maakt u zich maar geen zorgen over het industrieel erfgoed, alles blijft. Het outletcenter betreft een ontwikkeling op een braakliggend terrein zonder enig industrieel erfgoed. Uiteraard zal dit outletcenter ogen qua architectuur alsof de fabriek nog op volle toeren draait.

  2. Joke

    Ik schrik toch ook weer opnieuw van je pijnlijke bevestigende bericht dat projectontwikkelaars in algemene zin toch vaak winnaars zijn! (Zo ook in Tiel, waar een prachtige school in de stijl van de Amsterdamse school afgebroken moet worden, ook al waren er alternatieve bestemmingen. Nu zullen er misschien alleen wat uitneembare elementen uit worden gehaald en bewaard. Zo anders is dat in Engeland, waar men toch altijd het verleden en schoonheid koestert en lijkt te willen bewaren voor de eeuwigheid.)

  3. Frans Olofsen

    Dank voor de aanvulling, Vermeer uit de tekst weggehaald. Over de stoomgemalen van de Haarlemmermeer: die in Cruquius is zeer de moeite van het bezoeken waard. Ook in Halfweg staat een gemaal, een boezemgemaal. Indrukwekkend om te zien. Een aantal keren per jaar gaat dat gemaal werkelijk ‘op stoom’. Data zijn te vinden op http://www.stoomgemaalhalfweg.nl.

  4. Mark

    Overigens is ook het stoomgemaal de Lijnden nog in volle glorie te bewonderen. Vermeer heeft nooit een landschap om en nabij de Haarlemmermeerpolder vereeuwigd; de enige twee doeken die hij buitenshuis realiseerde, tonen Delft.

Plaats een reactie