Amsterdam is een vrouw
Dec 22nd, 2008 by Frans Olofsen
Een prachtige tentoonstelling: de Bewonderde Stad, in het Haagse Mauritshuis (nog te zien tot en met 11 januari 2009). Hollandse stadsgezichten, en niet van de minsten: Saenredam, Ruisdael, Vermeer, Berckheyde, Hobbema, Cuyp. Ook hangt er een werk van een minder bekende schilder: Jan Micker. Zijn Gezicht op Amsterdam, gemaakt rondom 1652, tart de verbeelding.
Het eerste wat aan het schilderij opvalt, is het vogelvluchtperspectief. Daarbij heeft hij waarschijnlijk gebruik gemaakt van oudere kaarten, zoals die van Cornelis Anthonisz. Maar het werk van Micker is méér dan een plattegrond. Zijn schilderij leeft. Het is alsof we uit noordelijke richting komen aanvliegen om op Schiphol te gaan landen. Zelf de schaduwen van de wolken heeft hij aangegeven. En Amsterdam … bijna lijkt ze geen stad, maar een verzameling bebouwde eilanden. De Zuiderzee, met haar eb- en vloedbewegingen, dringt tussen de huizenrijen naar binnen. Buitengaats liggen schepen aangemeerd aan een dubbele rij palen. Van links voert de Amstel water aan, de weilanden zijn met sloten doorsneden. Het stadsleven moet in het teken van water hebben gestaan. Bij zwaar weer, verkeerde wind en bij eb kon Amsterdam vanaf het water vaak niet bereikt worden. Dagenlang lagen wachtten schepen bij het eiland Pampus op betere tijden. Ja … dat oude Amsterdam heeft iets weg van Venetië: open naar het water, als een baarmoeder drijvend in de holte van een lagune, levend met de ritmes van de getijden. Een stad met ‘vrouwelijk’ karakter, onscherp begrensd, omgord door fluctuerend water.
Maar na de zeventiende eeuw werden, in fasen, ‘mannelijke’ schilden om Amsterdam heengelegd. Eerst werd het IJ ingedamd. Later, in 1889, werd op een kunstmatig eiland het Centraal Station aangelegd, op de plaats van het open havenfront. De stad werd van het water afgesloten. De volgende stap was de aanleg van de Afsluitdijk, gereed in 1932. De Zuiderzee werd IJsselmeer. En met het ongetemde water verdween ook het intense, duizendvoudig gespiegelde licht. De Duitse kunstenaar Joseph Beuys (1921-1986) beweerde dat dit het licht was waarmee schilders als Rembrandt en Vermeer werkten. Hij zag de Zuiderzee als een spiegelend oog dat door de afsluiting blind werd (dit thema is prachtig uitgewerkt in de film Hollands Licht).
Water gaat over kracht, dreiging, vernietiging, zondvloed. Maar ook over ‘zachte’ dingen: genezing, troost, kiemkracht. Water kan een beul zijn en tegelijk mild, lieflijk, goedmoedig. Dat ambivalente zit in Amsterdam, ook nog in onze tijd. Aan de ene kant zijn er die ‘mannelijke’ bouwprojecten als de Zuidas, waar kantoorkolossen groeien als paddestoelen, en waarheen, met de moed der wanhoop, een metrolijn wordt gegraven. Aan de andere kant zijn er projecten die de stad weer met het water willen verbinden, ondanks de barrière van het Centraal Station. Amsterdam is een androgyne stad. Een vrouw in mannenkleren.